Je rijdt een drukke straat in en er is nog maar 1 plekje tussen twee auto’s en dat betekent fileparkeren. Velen kiezen er dan voor om door te rijden in de hoop dat ze een ander plekje vinden waar ze makkelijk vooruit of achteruit in een vakje kunnen inparkeren. Helaas zijn er geen oneindige parkeerplekken en is er niet altijd een plekje in de buurt waar je voor- of achteruit kan inparkeren, je moet dus echt gaan fileparkeren.
Wanneer je nog niet vaak file parkeert of je dit simpelweg gewoon minder fijn vindt omdat je het lastig vind om de ruimte in te schatten kan de technologie je een stukje helpen. In veel auto’s zit tegenwoordig een achteruitrijcamera die je kan helpen met het fileparkeren. Ook de verschillende sensoren in de auto kunnen aangeven hoeveel ruimte je nog heb met het parkeren. Nu heeft niet elke auto een handig cameraatje die meekijkt, zeker niet wanneer je een wat oudere auto hebt. Gelukkig zijn er daar tegenwoordig draadloze achteruitcameras voor die je gewoon in een oude auto kan installeren.
Een andere tip is om de bijrijder te vragen om uit te stappen. Hij of zij kan dan aangeven hoeveel ruimte je nog heb en wanneer je je stuur eer moet terugdraaien. Wanneer je in je eentje rijdt gaat dit natuurlijk wat lastiger, maar toch zijn er veel voorbijgangers bereidt je te helpen, als je het vraagt. Het zal misschien wat ongemakkelijk zijn om een random voorbijganger te vragen om je te helpen, maar het is altijd beter dan heel vaak inparkeren en er weer uit rijden omdat het niet lukt.
De laatste tip is voordat je gaat fileparkeren, je auto goed kent. Het is belangrijk om te weten wat de draaicirkel van je auto is zodat je weet wanneer je je stuur moet terugdraaien maar ook bijvoorbeeld hoe groot je auto zelf is. Vaak onderschat of overschat je de grootte van je auto wat kan zorgen voor onnodige schade of bij een kleinere auto juist voor het jezelf onnodig moeilijk maken. Je kan hiervoor het beste naar een leeg parkeerterrein gaan en simpelweg hele kleine rondjes maken of inparkeren oefenen.